dinsdag 29 april 2008

Boem is ho!

De wekker gaat om 9 uur. Het nachtje was wat korter maar beide hebben we wel lekker geslapen! We pakken onze koffers, checken uit bij een computer (waarbij we voor 1 dolli genept worden voor belletjes die we helemaal niet gevoerd hebben) en laden onze spullen in de auto. We lopen vervolgens richting Paris, waarbij we ondertussen nog een stop in de M&M-shop maken (op de foto staat Iris voor de verkrijgbare M&M-kleuren, 11 dollar per 450 gram), om daar onze brunch te genieten. We zitten heerlijk in de schaduw voor het casino op het terras, waar de broodjes heerlijk zijn. Wel weten ze ons ongemerkt een fles mineraalwater aan te slijten, volgende keer beter opletten en om ‘Ice-water’ vragen. Rond de klok van 1 rijden we weg bij het Excalibur en weten zinder enige problemen binnen 40 minuten de Hoover Dam te bereiken (Gerrit en Riet, letten jullie op: de I-15 zuid, dan de I-215 oost, die vervolgens overgaat in de 93, die over de dam gaat!!!). Een erg indrukwekkend bouwwerk waar het overigens echt enorm heet is, bijna niet om uit te houden. We eten ter verkoeling een ‘klein’ ijsje van 4 bolletjes, tsss, echt een bak, niet normaal. Als we rond 5-en weg rijden wordt het gelukkig iets bewolkt en wordt het wat aangenamer. Onderweg denken we na over waar we vannacht gaan slapen. Het handigst is het volgens ons om weer goedkoop op de Strip te gaan zitten, mede omdat het dichtbij is en we dan misschien nog wel een avondvoorstelling kunnen bezoeken. In Boulder city tappen we ergens een WIFI-signaal af en boeken het hotel (weer het Excalibur) en rijden verder. Rond 6 uur rijden we bij afslag 65 op de I-215 de snelweg af om binnendoor naar het hotel te rijden. We wachten bij het rode licht en als we groen krijgen, slaat Mark (hij rijdt) linksaf. Opeens zien we beide van links een rode pick-up aanrijden die niet stopt voor zijn (hopelijk) rode licht. Mark geeft nog gas om er voor langs te draaien maar helaas, hij raakt ons vol op de achterste helft van de auto. Een enorme klap, een zij-airbag die uitklapt en een kwart-draai in de rondte volgen. Gelukkig mankeren we beide helemaal niets maar de auto is wel kappot, niet meer mee te rijden. De man die ons aanreed verklaart meteen dat hij schuldig is, hij zat met z’n dochter die hij naar voetbal-trainen aan het brengen was te praten en had het rode licht niet gezien. Ook hij kan niet meer verder rijden. Meneer belt de politie (911) en Mark belt Alamo om het probleem uit te leggen. De politie (aardige man) arriveert nat 30 minuten en maakt de schade op. Na een half uur wachten heeft hij van rapportje af waaruit blijkt dat wij geen schuld hebben. Als hij weer weggaat (na 7 uur) duur het nog 10 minuten voordat de sleepdienst onze brokkenpiloot komt halen, wij moeten helaas nog wachten. Alamo af aan dat zij voor 9 uur komen, dat wordt lang wachten! Om 20 over 8 komt eindelijk onze sleper opdagen, hij heeft een nieuwe SUV bij zich die wordt afgeladen, we pakken onze spullen over en we kunnen onze weg met 3 uur vertraging vervolgen. Omdat deze auto niet over een afdekbare kofferbak beschikt en geen geblindeerde ramen heeft, besluiten we naar het dichtbij gelegen vliegveld te gaan om bij de Alamo balie een oplossing te vinden. Die blijkt er te zijn, we mogen uit een hele rij SUVs een andere uitzoeken, liefst met Californische kentekenplaten. We kiezen een Jeep uit, pakkern snel alles weer over en rijden naar het Excalibur. Om 10 uur zitten we weer op onze kamer, weer op de 19e verdieping. Hongerig kijken we in de Lonely Planet om een leuk restaurant te vinden. De Fix in de Bellagio wordt het, om half 11 schuiven we daar aan en eten daar heerlijk (en duur!). Helaas is de wind deze avond te hard, de fonteinen doen het de hele avond al niet. Om 12 uur zijn we moe en vol nieuwe ervaringen weer op onze kamer en vallen snel in slaap.