zondag 27 april 2008

Op weg naar Death Valley

Na een goed verzorgd ontbijt in ons zeer gastvrije hotel, vertrekken we richting de Death Valley. We besluiten het park via de J21 uit te rijden, een klein stukje terug richting Fresno vanaf ons hotel, maar iets minder bocht werk (dachten we). Vandaag rijdt Mark het park uit en Iris mag lekker misselijk worden van al het bochtenwerk (dit moet je echt niet rijden met mensen op de achterbank). Zo af en toe stoppen we om te genieten van het fabuleuze uitzicht en de warmte. Alle meters sneeuw zijn we al snel weer vergeten. Onderweg komen we langs heerlijk geurende fruitvalleien met sinaasappels, mandarijnen, olijven, aardbeien en pistache noten. We rijden flink door naar Bakersfield en tanken in Mojave omdat we natuurlijk niet zonder benzine in de woestijn willen staan. We trakteren onszelf op een milkshake, maar zijn daar alweer snel van genezen. Bah, zelfs de vanille is gezoet met 10 zakjes vanillesuiker (zelfs Mark vond het te zoet). Van daaruit door naar Rigdecrest. Onderweg komen we nog hele lange treinen tegen met wel zes locomotieven en ontelbare wagons! Gelukkig reed Iris en kon Mark als een klein kind zo blij de trein volgen. Het landschap verandert ondertussen in een meer woestijnachtige omgeving. Geen grote zandvlakten, maar wel stugge en lage begroeiing met een rotsachtige bodemlaag (er zitten al een paar stenen in onze tas). Op de achtergrond verreizen vaak uit het niets bergruggen met verschillende steenlagen. We twijfelen over de te nemen route vanaf Ridgecrest, maar kiezen uiteindelijk voor de kortste (op de kaart). Op een kort stukje graffelroad na, is dit prima te doen. We rijden Death Valley statepark binnen door een bergkam en komen uit in een valley. Een immens, iets glooiend landschap met nog steeds nauwelijks begroeiing ligt voor ons. Ergens begint al het dorre gras en de rotsen een beetje saai te worden. Wie heeft bedacht dat hier een weg doorheen moet? Er lijkt geen einde aan te komen. Gelukkig komt dat einde er natuurlijk wel en we doorkruisen het grootste nationale park van de VS in de richting van Beatty, een plaatsje net buiten de valley. Als een kleine oase ligt het midden in het dorre landschap. Rond half 6 checken we in Stagecoach hotel en nemen na het eten nog een duik in de hottube. Na een handwasje, luieren we lekker op ons kingsize bed. Morgen rijden we door naar Las Vegas. We hebben alvast voor één nacht het Excalibur hotel geboekt op de Strip. We zijn benieuwd naar al het flipperkast geweld, maar hopen eerst nog een nachtje rustig te slapen.
Oh ja! Bedankt voor al jullie lieve berichtjes voor onze eerste trouwdag! Wij gaan er nog twee uurtjes van genieten terwijl jullie al weer wakker zijn voor een nieuwe werkdag. ‘Das apart!’